Techniek

De handen naar elkaar toe laten wijzen wat betekent dat de handen naast de grip zitten. Hierbij is het voor de stabiliteit fijn om de polsen bij elkaar houden gedurende de beweging.

Korte putts

3, 4 en 5 foot putts trainen voor het scorend vermogen. Advies is om erachter te komen of je de bal rustig of strak in de hole wilt putten. De snelheid bepaalt vervolgens welke lijn je bij deze korte putts moet kiezen.

Lange putts

Bij de lange putts is het belangrijk om veel de connectie te leggen van de plek waar de bal ligt tot waar de bal naartoe moet. Dit door middel van heel veel kijken. Om gevoel te ontwikkelen is het slim om tijdens de oefenswings naar de hole te kijken en te voelen wat je denkt nodig te hebben.

Scorend vermogen

Om de scores op de green te verbeteren is het trainen op snelheid het allerbelangrijkst. 

Zelfstandige training, speel op de putting green van vlag naar vlag en probeer eens 5 holes achter elkaar in maximaal 2 slagen te voltooien. Als dit lukt kun je de volgende keer het aantal holes vergroten. Dit kan je alleen doen, maar zeker ook in competitie met elkaar.

Techniek

De beginhouding is met chippen essentieel. We hebben een smalle stand waarbij de bal aan de binnenkant achterste voet ligt. Let goed op de manier van leunen, druk voor het gevoel de schouder voorbij de voorste voet.

Tijdens de beweging is het aandachtspunt om de club laag bij de grond te houden in zowel de achter- als de doorzwaai. Hierdoor kun je het gras vegen waardoor je het optimale contact kunt maken. 

Tactiek

Welke balvlucht en rol je nodig hebt, doen wij door middel van visualisatie. Zou je de bal hoog, middel of laag naar de hole gooien? Dit bepaalt of je een club kiest met veel schuinte (sandwedge), gemiddelde schuinte (pitchingwedge of ijzer 9) of weinig schuinte (ijzer 7).

Scorend vermogen

Ga eens op een plek staan met 10 ballen. Speel ze vervolgens met de sandwedge, dan de pitchingwedge/ijzer 9 en dan de ijzer 7. Met welke club ben je het beste? Tip; neem als 4e club ook eens de putter, hoe pakt dit uit?

Techniek

De belangrijkste kwaliteit om te trainen is de kunst om herhaalbaar op hetzelfde punt in het zand te slaan. Bij voorkeur is het begin van deze ‘plag’ in het midden van de voetenstand. Aangezien wij onder de bal door willen slaan om de bal de lift te geven uit de bunker te komen, zal de bal een 3-5 cm uit het midden moeten liggen. We hebben het gewicht op het voorste been en swingen kort-lang, wat betekent dat de doorzwaai (eindstand) altijd meer zwaailengte heeft.

Verschillende liggingen

De meest voorkomende liggingen zijn zacht zand, hard zand en nat zand. De manier van spelen verandert bij deze liggingen niet. Wat wel verandert is de weerstand die je tegen gaat komen. Nat zand is zwaar en wanneer de bunker hard is zal deze bijna geen weerstand geven omdat de club van het zand af stuitert. Hoe meer weerstand, hoe meer swing en snelheid. Andersom geldt dit uiteraard ook.

Scorend vermogen

Train eens met andere clubs, misschien kom je erachter dat je met een pitchingwedge veel minder hard hoeft te slaan en al ‘makkelijk’ de bunker uitkomt. Schuinte heb je niet altijd nodig.

Daarnaast, de bunker is misschien het minst leuke onderdeel en dat zorgt ervoor dat we dit minder trainen. Neem de tijd om regelmatig, al is het maar 10 ballen, uit de bunker te oefenen.

Set-up / voorbereiding

Er zijn een aantal belangrijke factoren die je altijd wilt checken, op welk niveau je ook speelt. Dat is de grip die bij iedere speler anders kan zijn, de houding waarbij we in een actieve anatomische houding willen staan (zie foto) en de afstand tot de bal.

Beweging

Ik vind de rotatie van het lichaam de motor van de swing. Hierbij moet je denken aan dat het bovenlichaam in de backswing 90 graden indraait en in de eindstand zo ver mogelijk is doorgedraaid. Dit laatste tot jouw eigen mogelijkheden.

Focus

Wat mij veel opvalt is dat we de focus hebben op een goede beginstand, mooie backswing, goed contact.. en dat is het dan wel. Het zou mooi zijn als je ten alle tijden een swing van begin tot eind kunt maken en dat de bal niet het doel is, maar het resultaat. Als je vaker een goede, volledige swing maakt dan zul je ook vaker een goede bal mogen verwachten.

GAS

Dit is een afkorting voor Grip, Aim, Set-up. Wat mij betreft ‘de’ ideale manier van klaarstaan. Een strakke routine hoort bij het spel golf, maar vaak staan wij hier als golfer niet of nauwelijks bij stil. Wat doe je in voorbereiding op je slag en waarom? Hoe maak je voor jou de goede keuze?

Als we inzoomen op het laatste deel voordat je een bal slaat sta ik zelf achter methode GAS. Je pakt eerst jouw club goed vast (met twee handen), dan mik je jouw club(hoofd) in de richting waar je naartoe wilt en dan zet je pas jezelf neer.

Houtjes / driver

Wat is nu eigenlijk het verschil met het slaan van houtjes, ijzers en de driver?

Als je een hybride in de tas hebt zitten dan spelen we deze exact zoals een ijzer. Heb jij bijvoorbeeld een hybride 4, dan spelen we deze als ijzer 4. Vervang het woord hybride in dit geval door het woord ijzer.

Heb je een houtje in de tas (houten 7, 5, 3) dan spelen we deze nagenoeg hetzelfde als ijzers. Het enige verschil is dat we in verhouding iets verder van de bal staan. En let uiteraard op de balpositie, zet de club recht op de grond en laat de shaft wijzen naar de voorste lies (linker in de meeste gevallen).

De driver is net wat anders, de hoogte van opteëen ongeveer een half balletje boven de driver uit en de bal in lijn tegen de binnenkant van de voorste voet. Daarnaast wijst de club meer richting navel dan de lies. Dit is de enige uitzondering.